Hoe gebruik je kunstgras in de winter?
Kale vorst: Bespelen mag, wel is de mat dan hard, vegen voordat het gaat vriezen is dan ook van groot belang omdat je anders harde bobbels op het veld kan krijgen en gewond kan raken als je valt.
Vorst: Met name ‘droge’ vorst tot -12 graden onder nul heeft geen effect op de speeleigenschappen van het veld. Bij nog lagere temperaturen (meer dan 12 graden onder nul) veranderen de eigenschappen van het veld, verharden de vezels, en worden deze gevoeliger voor schade. Bij zeer strenge vorst is gebruik dan ook af te raden. Wanneer net voor of tijdens de vorstperiode de mat nat is geworden (neerslag of smeltende sneeuw) of nat wordt (ijzel) zal de bovenlaag veel vocht bevatten welke bevriest. Op dat moment is het oppervlak glad (ijs) en onbespeelbaar!
Gevoelstempratuur: Bij een gevoelstempratuur van -10 graden is het niet aan te raden om te trainen. DCV houd voor de alle teams onder 12 een gevoelstempratuur van – 6 graden aan.
Sneeuw: Niet bespelen, het verwijderen van de sneeuw is niet goed omdat de mat beschadigd kan raken en er dan kans is dat er rubberkorrels worden meegenomen. Betreden van een besneeuwd veld is ook niet gewenst. Er kan dan ijsvorming ontstaan die zich aan de mat vasthecht en daardoor (afhankelijk van de temperatuur) langzamer ontdooit. Ook is er de kans dat er na de dooi veel vezels beschadigd zijn.
IJzel: Bespeling is bij ijzel verboden, de vezels waarop ijs zich afzet kunnen bij betreding breken.
Dooi: Bespelen gedurende de dooiperiode is verboden, totdat de vorst helemaal uit de bodem is verdwenen.
